STAATSCOURANT |
Nr. 18295 4 juli 2013 |
Wijziging Besluit Insigne voor Optreden onder Gevechtsomstandigheden
Nummer: BS/2013018635
De Minister van Defensie,
Besluit:
ARTIKEL I
Het Besluit Insigne voor Optreden onder Gevechtsomstandigheden wordt als volgt gewijzigd:
A
Onder vernummering van artikel 1 tot artikel 1a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1 In dit besluit wordt onder ‘gevechtshandelingen’ verstaan: iedere vorm van actief en professioneel handelen binnen de taakopdracht van de desbetreffende militair waarbij tevens sprake is van vijandelijk optreden met indirect vuur, direct vuur of hiermee vergelijkbaar gevechtscontact, dan wel van enige andere vorm van excessieve geweldsuitoefening jegens de militair. |
B
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. In het eerste lid wordt ‘de Commandant van de eenheid waartoe de militair behoort’ vervangen door: de militair of door de Commandant van de eenheid waartoe de militair behoort.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. | Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt binnen 6 maanden na de gevechtshandelingen gedaan. |
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
s-Gravenhage, 20 juni 2013
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert
TOELICHTING
Het begrip ‘gevechtshandelingen’ was voorheen niet in het Besluit Insigne voor Optreden onder Gevechtsomstandigheden gedefinieerd. Wel bevatte de toelichting een passage waaruit abusievelijk werd afgeleid dat het gevechtsinsigne uitsluitend kon worden toegekend voor deelname aan gevechtshandelingen die buiten het Koninkrijk hebben plaatsgevonden. Teneinde dit misverstand weg te nemen wordt thans in artikel 1 van het besluit een definitie van ‘gevechtshandelingen’ opgenomen. Onder ‘gevechtshandelingen’ wordt begrepen: iedere vorm van actief en professioneel handelen binnen de taakopdracht van de desbetreffende militair waarbij tevens sprake is van vijandelijk optreden met indirect vuur, direct vuur of hiermee vergelijkbaar gevechtscontact, dan wel van enige andere vorm van excessieve geweldsuitoefening jegens de militair. Bij ‘enige andere vorm van excessieve geweldsuitoefening jegens de militair’ kan bijvoorbeeld worden gedacht aan geweldsuit-oefening door middel van mijnen, geïmproviseerde explosieven, door middel van een zelfmoordaan-slag, of door levensbedreigend verzet bij een staande houding of arrestatie.
Om de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het besluit te verbeteren is thans in artikel 10 van het Besluit Insigne voor Optreden onder Gevechtsomstandigheden vastgelegd dat een verzoek om een gevechtsinsigne toe te kennen moet zijn gedaan binnen 6 maanden nadat de gevechtshandelin-gen hebben plaatsgevonden. Het verzoek kan worden gedaan door de militair zelf of door de Commandant van de eenheid waartoe hij behoort.