Staatscourant Nr.10785 van 17 juli 2009


DEF
Besluit van de Minister van Defensie houdende instelling van het Insigne voor Optreden onder Gevechtsomstandigheden (Besluit Insigne voor Optreden onder Gevechtsomstandigheden)

12 juni 2009
Nr. DO 072/2009005315
Afdeling Decoratiebeleid & Toekenning Onderscheidingen, Hoofddirectie Personeel

De Minister van Defensie,

Besluit:

Artikel 1

Ingesteld wordt het ‘Insigne voor Optreden onder Gevechtsomstandigheden’, hierna aangeduid als ‘Gevechtsinsigne’.

Artikel 2

Het Gevechtsinsigne is ovaalvormig en is vervaardigd van bronskleurig metaal. Het insigne vertoont een liggende ovalen krans, waarvan de linkerzijde gevormd wordt door laurierbladeren en de rechterzijde gevormd wordt door eikenbladeren. Op de krans rust een schuin opgericht zwaard.

Artikel 3

Het Gevechtsinsigne wordt toegekend aan de militair die:
a. op of na 1 juni 2001 bij het uitvoeren van de in het belang van de taakuitoefening van de krijgsmacht opgedragen werkzaamheden en diensten heeft deelgenomen aan gevechtshandelingen; en
b. bij deelname aan die gevechtshandelingen in alle opzichten een goede plichtsbetrachting en een goed gedrag heeft betoond.

Artikel 4

Degene die in aanmerking komt voor een Gevechtsinsigne ontvangt naast het metalen insigne tevens:
a. een op naam gestelde oorkonde; en
b. een stoffen embleem waarmee het bezit van het Gevechtsinsigne op het gevechtstenue kan worden aangeduid.

Artikel 5

Uitreiking van het Gevechtsinsigne geschiedt zo mogelijk voor het front van de eenheid waartoe de militair behoort.

Artikel 6

Het Gevechtsinsigne wordt eenmalig toegekend.

Artikel 7

De toekenning van het Gevechtsinsigne geschiedt namens de Minister van Defensie door de Commandant der Strijdkrachten.

Artikel 8

Het Gevechtsinsigne kan postuum worden toegekend.

Artikel 9

Bij officiële, aan de krijgsmacht gerelateerde gelegenheden, is het toegestaan het Gevechtsinsigne op de burgerkleding te dragen.

Artikel 10

Het verzoek om toekenning van een Gevechtsinsigne geschiedt door de Commandant van de eenheid waartoe de militair behoort middels het formulier dat daartoe door de Commandant der Strijdkrachten is vastgesteld.

Artikel 11

1. De Minister van Defensie kan de toekenning intrekken op grond van feiten of omstandigheden waarvan hij bij de toekenning redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de toekenning niet zou hebben plaatsgehad.
2. Na intrekking als bedoeld in het eerste lid is betrokkene niet langer gerechtigd het Gevechtsinsigne te dragen en wordt dit samen met het embleem en de oorkonde onverwijld aan de Minister van Defensie teruggegeven.

Artikel 12

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 13

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Insigne voor Optreden onder Gevechtsomstandigheden.Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 12 juni 2009

De Minister van Defensie,
E. van Middelkoop.

TOELICHTING

Algemeen

Het onderhavige besluit strekt ertoe om een insigne in te stellen voor ‘optreden onder gevechtsomstandigheden’, hierna aangeduid als ‘Gevechtsinsigne’. Dit besluit volgt op de Dagorder van 14 april 2008 van de Commandant der Strijdkrachten (CDS) waarmee op basis van de volgende overwegingen een gevechtsinsigne in het vooruitzicht werd gesteld.

In het kader van operationeel optreden kunnen binnen het huidige decoratiestelsel aan militairen verschillende onderscheidingen worden toegekend. Deze variëren van de Herinneringsmedaille Vredesoperaties voor deelname aan een operatie gedurende een bepaalde periode tot aan een dapperheidsonderscheiding als er sprake is van bijzonder moedig of beleidvol optreden. Tijdens operationeel optreden kunnen militairen, soms veelvuldig, worden geconfronteerd met het moeten uitvoeren van hun taak onder uiterst risicovolle omstandigheden. Binnen het vigerende decoratiestelsel bestaat onvoldoende erkenning voor het functioneren onder dergelijke omstandigheden. Het insigne wordt hiertoe dan ook ingesteld als een zichtbaar blijk van herkenning en erkenning.

Toekenning van het Gevechtsinsigne zal geschieden met terugwerkende kracht vanaf 1 juni 2001, zijnde de datum waarop het decoratiebeleid aanzienlijk werd gewijzigd.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Van het Gevechtsinsigne, in metalen vorm, is een afbeelding in de bijlage bij deze toelichting opgenomen. Het Gevechtsinsigne is niet onderscheidend naar krijgsmachtdeel, operationeel commando, dienst, wapen- en dienstvak of vakgebied.

Artikel 3

In artikel 3 zijn de voorwaarden opgenomen om voor toekenning van het Gevechtsinsigne in aanmerking te komen.

Onder ‘militair’ als bedoeld in de aanhef van dit artikel wordt mede begrepen de militair van een bondgenootschappelijke krijgsmacht die aan de taakuitoefening van de krijgsmacht van het Koninkrijk heeft deelgenomen.

In de onderdelen a en b wordt het begrip ‘gevechtshandelingen’ gebruikt. Onder gevechtshandelingen valt iedere vorm van actief en adequaat handelen binnen de ‘rules of engagement’, anders dan acties uitsluitend in het kader van de persoonlijke veiligheid, waarbij tevens sprake is van vijandelijk optreden met direct vuur of hiermee vergelijkbaar gevechtscontact. Onder vijandelijk optreden of hiermee vergelijkbaar gevechtscontact wordt ook begrepen vijandelijk contact door middel van zelfmoordaanslagen, improvised explosive devices (IED’s), bermbommen, gerichte mortier- of raketaanslagen en luchtaanvallen.

Artikel 4

In het uitzendgebied wordt in de regel niet het Dagelijks Tenue gedragen. In het uitzendgebied wordt in verband hiermee alleen het embleem en niet het Gevechtsinsigne in metalen vorm uitgereikt. Na terugkomst in Nederland zal aan de militair het Gevechtsinsigne en de oorkonde worden uitgereikt.

De Minister van Defensie,
E. van Middelkoop.

BIJLAGE

Afbeelding Gevechtsinsigne