STAATSBLAD |
Nr. 550 28 november 2021 |
Besluit van 28 oktober 2021, houdende instelling van het onderscheidingsteken voor trouwe en langdurige dienst brandweer
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 5 oktober 2021, nr. 3545656;
Overwegende dat het uitreiken van een onderscheidingsteken voor trouwe en langdurige dienst bijdraagt aan de waardering voor het functioneren van de brandweermedewerker;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
onderscheidingsteken: het Onderscheidingsteken voor trouwe en langdurige dienst brandweer, bedoeld in artikel 3;
brandweermedewerker: degene die beroepsmatig of vrijwillig werkzaam is bij:
bedrijfsbrandweer: de brandweer van een luchthaven of inrichting voor zover deze brandweer ingevolge een regeling met de overheid taken vervult ten behoeve van een van hierboven onder a en b en genoemde brandweren;
bevoegd gezag:
inrichting:
Artikel 2
Dit besluit is van toepassing binnen Europees en Caribisch Nederland.
Artikel 3
Er is een Onderscheidingsteken voor trouwe en langdurige dienst brandweer.
Artikel 4
Artikel 5
Artikel 6
Artikel 7
Artikel 8
Artikel 9
Onderscheidingen voor trouwe en langdurige dienst bij de brandweer die zijn verleend voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit, worden voor de toepassing van het Besluit draagvolgorde onderscheidingen gelijkgesteld aan het onderscheidingsteken.
Artikel 10
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de eerste kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin het wordt geplaatst.
Artikel 11
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit onderscheidingsteken trouwe en langdurige dienst brandweer.
Onze Minister Justitie en Veiligheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Kanselier der Nederlandse Orden.
's-Gravenhage, 28 oktober 2021
Willem-Alexander
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Uitgegeven de achttiende november 2021
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
NOTA VAN TOELICHTING
Sinds 1 april 1967 bestaat er een onderscheiding voor langdurige brandweerdienst, ingesteld door de Koninklijke Nederlandse Brandweer Vereniging en de Nederlandse Vereniging van Brandweercommandanten. Daarnaast konden vrijwillig dienende brandweermedewerkers na minimaal twintig dienstjaren worden benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Per 1 januari 2020 is laatstgenoemde benoemingsgrond vervallen, omdat het automatisch decoreren van brandweervrijwilligers niet langer paste in het beleid van de Kanselarij der Nederlandse Orden (de Kanselarij). Mede naar aanleiding hiervan heb ik in afstemming met de Kanselarij en vertegenwoordigers van de veiligheidsregio's een traject gestart om de toekenning van onderscheidingen aan brandweermedewerkers vanwege trouwe en langdurige dienst op te nemen in een formeel besluit. Zo is dit besluit tot stand gebracht. Het is een zogeheten klein koninklijk besluit, omdat het hier niet gaat om een algemeen verbindend voorschrift; een algemene maatregel van bestuur of een ministeriлle regeling zijn dan geen bruikbare opties. Deze formalisering heeft tot gevolg dat de Kanselier der Nederlandse Orden de onderscheiding op zal laten nemen in het Besluit draagvolgorde onderscheidingen. De sinds 1 april 1967 bestaande onderscheiding is met de nieuwe onderscheidingstekens gelijkgesteld, zodat ook deze (indirect) onder het bereik van bedoeld besluit valt. Vergelijkbare onderscheidingen worden bij de politie uitgegeven voor personeel aangesteld voor uitvoering van de politietaak voor trouwe en langdurige dienst. Ook die onderscheidingen zijn ingesteld bij klein koninklijk besluit.
Op grond van onderhavig besluit wordt een onderscheiding toegekend aan brandweermedewerkers die zich gedurende een periode van 12½, 20, 25, 30, 35, 40, 45 of 50 jaar hebben ingezet voor de brandweerzorg in het Koninkrijk. Dit betreft zowel brandweermedewerkers in repressieve dienst als medewerkers in niet-repressieve dienst. Het instellen van deze onderscheiding voor trouwe en langdurige dienst geeft de bevoegde gezagen de mogelijkheid om hun waardering tot uitdrukking te brengen voor brandweermedewerkers die bereid zijn zich langdurig, veelal als vrijwilliger, voor het brandweerwerk in te zetten. De afgelopen jaren is gebleken dat er brandweermedewerkers zijn die langer dan 40 jaar brandweertaken uitvoeren. Daarom zijn er nu ook onderscheidingen voor 45 en 50 jaar trouwe en langdurige dienst.
Het bevoegd gezag heeft tevens de mogelijkheid om voor brandweervrijwilligers in repressieve dienst de Vrijwilligersmedaille voor Openbare Orde en Veiligheid aan te vragen, wanneer een vrijwilliger zich gedurende de periode van 10 jaar onafgebroken heeft ingezet in repressieve dienst op het terrein van openbare orde en veiligheid. Vervolgens kan iedere 5 jaar een jaarteken worden aangevraagd. Het bevoegd gezag heeft derhalve de mogelijkheid om een brandweervrijwilliger in repressieve dienst voor beide onderscheidingen in aanmerking te laten komen. In de praktijk komt het dubbel decoreren van brandweervrijwilligers niet of slechts zelden voor.
De praktijk van toekennen, aanvragen en uitreiken van een onderscheiding voor trouwe en langdurige dienst is als volgt. Het bevoegd gezag verifieert of de desbetreffende brandweermedewerker gedurende 12½, 20, 25, 30, 35, 40, 45 of 50 jaar werkzaam is geweest binnen de (bedrijfs)brandweerorganisatie en op het moment van het dienstjubileum is aangesteld als brandweermedewerker. Het bevoegd gezag vraagt het onderscheidingsteken aan bij de instantie die zorgdraagt voor de productie van de onderscheidingstekens en de bijbehorende baton en oorkonde. Het bevoegd gezag vermeldt bij de aanvraag de naam van de brandweermedewerker en het aantal dienstjaren waarop het onderscheidingsteken betrekking heeft, en legt een verklaring over waaruit blijkt dat het een brandweermedewerker betreft. Het onderscheidingsteken wordt door of namens het bevoegd gezag uitgereikt aan de brandweermedewerker.
Artikelsgewijs
Artikel 1
Het begrip "brandweermedewerker" heeft betrekking op verschillende typen medewerkers.
In Europees Nederland betreft het medewerkers aangesteld bij een veiligheidsregio in een brandweerfunctie uit het Besluit personeel veiligheidsregio's, medewerkers van het Instituut Fysieke Veiligheid of rechtsvoorgangers die zijn aangesteld in een brandweerfunctie, genoemd in de bijlagen 1 en 1a van het Besluit personeel veiligheidsregio's en om medewerkers die in dienst zijn van een bedrijfsbrandweer die tevens taken vervult ten behoeve van de overheidsbrandweer.
In Caribisch Nederland betreft het brandweermedewerkers aangesteld bij het Brandweerkorps Caribisch Nederland zoals opgenomen in het Besluit Brandweer BES, en medewerkers die in dienst zijn van een bedrijfsbrandweer die tevens taken vervult ten behoeve van de overheidsbrandweer.
Artikel 1 noemt met betrekking tot de «bedrijfsbrandweren» de regelingen die respectievelijk voor Europees Nederland en voor Caribisch Nederland duiden wat hieronder moet worden verstaan.
Artikel 2
Dit besluit is van toepassing in Europees en Caribisch Nederland.
Artikel 4
Regelmatig vervullen brandweermedewerkers gelijktijdig meerdere functies, zowel in een beroepsaanstelling als in een vrijwillige aanstelling. De duur van deze parallelle aanstellingen kunnen niet bij elkaar worden opgeteld. Brandweermedewerkers met meerdere aanstellingen als brandweermedewerker ontvangen de onderscheiding bij de werkgever waar de brandweermedewerker het merendeel van de brandweertaken verricht. Die werkgever is verantwoordelijk voor het toekennen, aanvragen en uitreiken van de onderscheiding. De toevoeging "als brandweermedewerker" is opgenomen om uit te sluiten dat verwarring over de vraag wie er in het kader van dit besluit als werkgever geldt; dit speelt vooral bij vrijwillige brandweermedewerkers met een hoofdbetrekking elders.
Artikel 5
Het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) draagt in opdracht van de bevoegde gezagen zorg voor de productie van de onderscheidingstekens en de bijbehorende baton en oorkonde. Het is de bedoeling dat deze praktijk voortduurt, ook na inwerkingtreding van dit besluit. De kosten van het onderscheidingsteken worden doorberekend aan de organisatie waar de brandweermedewerker het merendeel van de werkzaamheden als brandweermedewerker verricht.
Artikel 6
Het initiatief voor het aanvragen van een onderscheidingsteken van een brandweermedewerker van een bedrijfsbrandweer ligt bij de werkgever. Bij het verzoek voegt de werkgever de benodigde gegevens, die nodig zijn om te bepalen of de brandweermedewerker gerechtigd is die onderscheiding te ontvangen. Het ligt in de rede om de uitreiking bij de werkgever te laten plaatsvinden. Het kan echter zijn dat het bevoegd gezag, bijvoorbeeld bij een uitreiking waarbij de eigen brandweer betrokken is, de uitreiking zelf wenst te verzorgen. De beslissing hiervoor ligt bij het bevoegd gezag.
Artikel 7 en 8
De vormgeving van het onderscheidingsteken is gebaseerd op de bestaande brandweeronderscheiding. De Kanselier der Nederlandse Orden heeft ingestemd met de vormgeving van de onderscheiding.
Het onderscheidingsteken zal samen met een baton en een oorkonde worden uitgereikt aan de decorandus. Het is mogelijk om een miniatuur van het onderscheidingsteken aan te vragen bij het bevoegd gezag, de kosten hiervan zijn voor de decorandus. De miniatuur wordt niet tezamen met het onderscheidingsteken gedragen.
Artikel 9
De sinds 1 april 1967 ingestelde onderscheiding voor langdurige brandweerdienst van de Koninklijke Nederlandse Brandweer Vereniging en de Nederlandse Vereniging van Brandweercommandanten, was niet opgenomen in het Besluit draagvolgorde onderscheidingen, maar is vergelijkbaar met het nu ingestelde onderscheidingsteken. Met dit artikel wordt de bestaande onderscheiding met de nieuwe onderscheiding gelijkgesteld, zodat de bestaande onderscheiding indirect ook onder het bereik van bedoeld besluit valt.
Artikel 10
De formulering van artikel 4, tweede lid («is geweest»), maakt het mogelijk aan brandweermedewerkers die tussen 1 januari 2020 en de datum van inwerking treden van dit besluit in aanmerking gekomen zouden zijn voor een onderscheiding, alsnog het onderscheidingsteken voor trouwe en langdurige dienst brandweer toe te kennen.
De inwerkingtreding van het besluit is gekoppeld aan de plaatsing in het Staatsblad.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus