Staatsblad
van het Koninkrijk der Nederlanden
Jaargang 2016
|
306 Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 7 juli 2016, nr. 20160607, Bureau Bestuursondersteuning; Hebben goedgevonden en verstaan: Artikel 1 1. De Erepenning voor Verdiensten jegens Openbare Verzamelingen wordt als blijk van erkentelijkheid uitgereikt aan hen die zich verdienstelijk hebben gemaakt ten opzichte van openbare Nederlandse verzamelingen van wetenschap en kunst, die voor het publiek toegankelijk zijn, met uitzondering van die welke toebehoren aan natuurlijke personen. Artikel 2 De Erepenning, bedoeld in artikel 1, is met goud of zilver of brons vervaardigd en cirkelrond met een middellijn van 36 millimeter, voorzien van een ronde knop met ring. Zij vertoont aan de voorzijde de naar links gewende beeldenaar van Onze beeltenis met het omschrift «Willem-Alexander Koning der Nederlanden» en aan de keerzijde als omschrift de woorden «voor verdiensten jegens openbare verzamelingen», in het midden is het Rijkswapen geplaatst, alsmede de woorden: Aan, gevolgd door de voorletters en de naam benevens de plaats van uitreiking alsmede de datum van toekenning, een en ander overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde reproductie. Artikel 3 De Erepenning, bedoeld in artikel 1, wordt op de linkerborst gedragen aan een oranje-moiré lint, met in het midden twee verticale rode biezen van 2 millimeter breed met 3 millimeter onderlinge tussenruimte. Artikel 4 Het is aan hen, die met de Erepenning, bedoeld in artikel 1, begiftigd zijn, vergund, deze in verkleinde vorm te dragen. Deze erepenning in verkleinde vorm heeft een middellijn van 16 millimeter. Artikel 5 1. De Erepenning, bedoeld in artikel 1, kan tijdelijk of blijvend worden ontnomen indien de drager zich naar Onze beoordeling dit ereteken niet langer waardig toont. Artikel 6 Het Koninklijk besluit van 26 juli 1952, nr.113, betreffende de toekenning van een draagpenning als blijk van erkentelijkheid en goedkeuring aan hen, die door het aanbieden van belangrijke geschenken of enige andere wijze zich verdienstelijk hebben gemaakt ten opzichte van Rijks- of Gemeentelijk wetenschappelijk of kunstverzamelingen, wordt ingetrokken. Artikel 7 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Erepenning voor Verdiensten jegens Openbare Verzamelingen (Museumpenning). Artikel 8 Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst. Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan een afschrift zal worden gezonden aan de Kanselier der Nederlandse Orden. Wassenaar, 23 augustus 2016 Willem-Alexander De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Uitgegeven de eerste september 2016 De Minister van Veiligheid en Justitie, NOTA VAN TOELICHTING Ter gelegenheid van de inhuldiging van de Koning op 30 april 2013 wordt het besluit houdende de instelling van een nieuwe draagpenning voor verdiensten jegens openbare Nederlandse verzamelingen van wetenschap en kunst, van 26 juli 1952, nr.113 ingetrokken. Hier voor in de plaats komt de instelling van de Erepenning voor Verdiensten jegens Openbare Verzamelingen (Museumpenning). De Erepenning voor Verdiensten jegens Openbare Verzamelingen wordt als blijk van erkentelijkheid uitgereikt aan hen die zich verdienstelijk hebben gemaakt ten opzichte van openbare Nederlandse verzamelingen van wetenschap en kunst, die voor het publiek toegankelijk zijn, met uitzondering van die welke toebehoren aan natuurlijke personen. Met het voorliggende besluit worden voorts geen wijzigingen ten opzichte van het besluit uit 1952 beoogd. Ook de in de afgelopen decennia ontwikkelde procedure voorafgaand aan de voordracht wordt met dit nieuwe besluit niet anders. De Kanselier der Nederlandse Orden kan zich vinden in het ontwerp van de voornoemde Erepenning voor Verdiensten jegens Openbare Verzamelingen. Een afschrift van de erepenning is als bijlage toegevoegd. De toekenning zal geschieden op voordracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, |