Staatscourant No. 189 van 28 mei 2010
189
Besluit van 3 mei 2010, tot wijziging van het Besluit medaille trouwe en langdurige dienst Nederlandse politie in verband met het van toepassing verklaren van het besluit op de ambtenaar, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Politiewet 1993
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, tevens van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 26 april 2010, kenmerk 5650204/10/DJOA;
Overwegende dat de ambtenaren, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Politiewet 1993 eveneens zijn aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en het uitreiken van een medaille voor trouwe en langdurige dienst bijdraagt aan de waardering voor het functioneren van die ambtenaren;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Besluit medaille trouwe en langdurige dienst Nederlandse politie wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het tweede lid alsmede de aanduiding «1» voor het eerste lid vervallen.
2. Onderdeel c komt te luiden: oorkonde: de bij de medaille behorende oorkonde zoals weergegeven in de bij dit besluit behorende bijlage 1, bijlage 3 en bijlage 5;
3. Onderdeel e komt te luiden: oorkonde jaarteken: de bij het jaarteken behorende oorkonde zoals weergegeven in de bij dit besluit behorende bijlage 2, bijlage 4 en bijlage 6;
4. Aan onderdeel f wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:
3°. De ambtenaar bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Politiewet 1993.
5. In onderdeel g vervalt aan het slot de punt en wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: of onze Minister van Justitie, voor zover het betreft ambtenaren bedoeld in artikel 1, onderdeel f, onder 3°.
B
Aan het Besluit wordt een bijlage 5 en een bijlage 6 toegevoegd.
C
Dit wijzingsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 1 april 2006.
Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie zijn belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Kanselier der Nederlandse Orden.
’s-Gravenhage, 3 mei 2010
Beatrix
De Minister van Justitie,
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
E. M. H. Hirsch Ballin
Uitgegeven de achtentwintigste mei 2010
De Minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin
NOTA VAN TOELICHTING
Algemeen
Bij Koninklijk Besluit van 7 maart 2006 is op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een medaille ingesteld voor trouwe en langdurige dienst bij de Nederlandse politie. Van dit besluit zijn de ambtenaren, bedoeld in artikel 3, tweede lid van de Politiewet 1993 (bijzondere ambtenaren van politie, te weten de rechercheurs van de Rijksrecherche) uitgesloten. Die uitsluiting is ongewenst gebleken, omdat ook de bijzondere ambtenaren van politie zijn aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en derhalve ook in aanmerking dienen te komen voor een medaille als blijk van waardering voor het functioneren. Het onderhavige wijzigingsbesluit strekt hiertoe.
De kosten die samenhangen met het bestellen en voorhanden hebben de medaille, het jaarteken, de verkleinde medaille, de baton en de oorkonde komen voor rekening van de Rijksrecherche.
Artikelgewijs
Artikel 1
Artikel 1, onderdeel g, regelt dat het bevoegd gezag ten aanzien van de ambtenaar bedoeld in artikel 1, onderdeel f, subonderdeel 3°, wordt uitgeoefend door de Minister van Justitie. De Minister van Justitie kan deze bevoegdheid bij afzonderlijk besluit mandateren aan de directeur van de Rijksrecherche.
Artikel 6
Artikel 6 van het Besluit van 7 maart 2006 regelt de wijze waarop de medaille, het draagteken, de baton of een verkleinde vorm van de medaille worden gedragen. Anders dan de ambtenaar bedoeld in artikel 1, onder f, sub 1 en 2, is de ambtenaar bedoeld in sub 3 niet uniformdragend. Ten behoeve van laatstgenoemde ambtenaar kan, met uitzondering van de medaille, het draagteken, de baton of de verkleinde vorm worden gedragen op gepaste burgerkleding.
Artikel 8
Artikel 8 van het Besluit van 7 maart 2006 voorziet in een tweetal overgangsbepalingen. Voor de ambtenaren bedoeld in artikel 1, onderdeel f, subonderdeel 3°, dient eveneens de dag van inwerkingtreding van het besluit van 7 maart 2006 te worden aangehouden.
De Minister van Justitie,
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
E. M. H. Hirsch Ballin
BIJLAGE 5 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1, ONDER C
Medaille voor trouwe en langdurige dienst Nederlandse Politie
De Minister van Justitie verleent hierbij als blijk van waardering voor de uitvoering van de politietaak gedurende ............1 jaren vanwege Hare Majesteit de Koningin, de medaille voor trouwe en langdurige dienst Nederlandse Politie aan ............2
Gegeven te ............3 op ............4
De Minister van Justitie,
BIJLAGE 6 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1, ONDER E
Jaarteken Medaille voor trouwe en langdurige dienst Nederlandse Politie
De Minister van Justitie verleent hierbij als blijk van waardering voor de uitvoering van de politietaak gedurende ............1 jaren vanwege Hare Majesteit de Koningin, het jaarteken dat behoort bij de medaille voor trouwe en langdurige dienst Nederlandse Politie aan ............2
Gegeven te ............3 op ............4
De Minister van Justitie,1 Aantal jubileumjaren vermelden.
2 Naam decorandus vermelden.
3 Vestigingsplaats vermelden.
4 Datum vermelden.