Staatsblad
van het Koninkrijk der Nederlanden
|
349 |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 8 maart 1996, nr. 544556/96/6, gedaan mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan: Artikel I Het Besluit politieregisters1 wordt als volgt gewijzigd: Artikel II Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst. Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. 's-Gravenhage, 11 juni 1996 Beatrix De Minister van Justitie, De Minister van Binnenlandse Zaken, Uitgegeven de tweede juli 1996 De Minister van Justitie,
NOTA VAN TOELICHTING I Algemeen De wijziging van het Besluit politieregisters voorziet in enige verruiming van de mogelijkheden tot benutting van persoonsgegevens uit politieregisters, waaraan in de loop der tijd een gerechtvaardige behoefte is gebleken. II Artikelsgewijs Artikel I Onderdeel r In het kader van het voorstel tot wijziging van artikel 21 van de Rijkswet op het Nederlanderschap (Kamerstukken II 1993/94, 23 594 (R 1496), nrs. 1 en 2, blz. 5), is voorzien in de mogelijkheid dat voorstellen tot naturalisatie geheel worden voorbereid door de burgemeester. Daartoe is nodig dat deze voor dit doel kan putten uit de registers van de politie. Onderdeel s Met het oog op voorstellen tot het verlenen van koninklijke onderscheidingen is het noodzakelijk dat tijdens het toetsingsproces wordt vastgesteld dat de decorandus van onbesproken levenswandel is. In het Reglement op de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje-Nassau is de procedure neergelegd die moet worden gevolgd bij het verlenen van koninklijke onderscheidingen. Het primaat bij de verleningsprocedure berust bij de burgemeester in verband met zijn adviserende taak, neergelegd in onder meer artikel 9, tweede lid, van het regelement. Daarnaast is de commissaris van de Koning opgedragen advies uit te brengen over een bij hem ingediend decoratievoorstel voor een burgemeester. De uitbreiding van artikel 14 van het Besluit politieregisters strekt ertoe de burgemeester en de commissaris van de Koning in staat te stellen deze taak naar behoren uit te oefenen. De Minister van Justitie, De Minister van Binnenlandse Zaken, 1 Stb. 1991, 56, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 18 juni 1996, Stb. 327. Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat. |