Staatsblad
van het Koninkrijk der Nederlanden



Jaargang 1990


 
 
 


568
Besluit van 14 november 1990, houdende hernieuwde vaststelling van het besluit tot instelling van de Herinneringsmedaille Multinationale Vredesoperaties


 

 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

 Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 9 november 1990, Bureau Onderscheidingen, Nr. DO 90/004/26327, gedaan mede namens Onze Ministers van Buitenlandse Zaken, van Justitie en van Binnenlandse Zaken;

 Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

 Ingesteld wordt de «Herinneringsmedaille Multinationale Vredesoperaties» waaraan gespen kunnen worden verbonden.

Artikel 2

 1. De herinneringsmedaille is cirkelvormig met een middellijn van 35 mm; zij is vervaardigd van bronskleurig metaal. De voorzijde van de medaille vertoont een geheven ontbloot zwaard omstrengeld door een olijftak met als omschrift «CONCORDIA FACIT PACEM». De keerzijde van de medaille vertoont het Rijkswapen.
 2. De herinneringsmedaille is door middel van een ring verbonden aan een moiré lint ter breedte van 27 millimeter. Onze Minister van Defensie bepaalt, in overeenstemming met Onze Ministers van Buitenlandse Zaken, van Justitie en van Binnenlandse Zaken, de kleuren van het lint, waarbij voor verschillende operaties andere kleuren worden bepaald.
 3. Onze Minister van Defensie kan, in overeenstemming met Onze Ministers van Buitenlandse Zaken, van Justitie en van Binnenlandse Zaken, gespen instellen die worden verbonden aan de herinneringsmedaille.
 4. De gesp is eveneens vervaardigd van bronskleurig metaal. Op de gesp is in kapitale letters vermeld het gebied van de operatie. De gesp wordt op het lint bevestigd; indien meer gespen zijn toegekend worden deze boven elkaar geplaatst, de eerstverkregen gesp direct boven de medaille.
 5. Het is aan hen, die gerechtigd zijn tot het dragen van de herinneringsmedaille, eventueel met gesp(en), vergund een herinneringsmedaille, eventueel met gesp(en), van verkleind model te dragen onder aan het lint dan wel het lint alleen te dragen. Indien het lint alleen wordt gedragen zal iedere gesp worden aangegeven door een achtpuntige ster van bronskleurig metaal op het lint.

Artikel 3

 1. Bij toekenning wegens deelname aan een operatie waarvoor een gesp is ingesteld, wordt de herinneringsmedaille toegekend met gesp.
 2. Aan hen die reeds zijn onderscheiden met de herinneringsmedaille, wordt in het geval zij nadien hebben deelgenomen aan een operatie waarvoor de kleuren van het lint verbonden aan de herinneringsmedaille niet anders zijn bepaald en waarvoor een gesp is ingesteld, alleen die gesp toegekend.
 3. Onze betrokken Minister kan aan hen, die reeds zijn onderscheiden met de herinneringsmedaille, bij herhaalde deelname aan een bepaalde operatie, een van bronskleurig metaal vervaardigd cijfer 2 of zonodig een hoger cijfer toekennen, welk cijfer wordt gedragen op het lint.

Artikel 4

 1. De herinneringsmedaille, eventueel met gesp, danwel de gesp of een cijfer afzonderlijk wordt toegekend aan hen die van overheidswege gedurende ten minste drie maanden:
 a. deel hebben uitgemaakt van een multinationale vredesmacht;
 b. als waarnemer of in een soortgelijke functie bij enigerlei operatie van een multinationale vredesmacht zijn opgetreden;
 c. deel hebben genomen aan een operatie ter handhaving of herstel van de internationale vrede en veiligheid.
 2. De in het eerste lid bedoelde personen dienen bij hun deelname en optreden in alle opzichten een goede plichtsbetrachting en een goed gedrag te hebben betoond.

Artikel 5

 De toekenning van de herinneringsmedaille, eventueel met gesp, dan wel de gesp of een cijfer afzonderlijk kan postuum worden toegekend.

Artikel 6

 De toekenning van de herinneringsmedaille, eventueel met gesp, dan wel de gesp of een cijfer afzonderlijk geschiedt:
 1. aan militairen van de krijgsmacht door Onze Minister van Defensie;
 2. aan anderen door Onze Minister van Binnenlandse Zaken, in overeenstemming met Onze Minister die het aangaat.

Artikel 7

 Onze betrokken Minister kan, indien niet wordt voldaan aan de in artikel 4, eerste lid, gestelde diensttijdeis van tenminste drie maanden, bij uitzondering de herinneringsmedaille, eventueel met gesp, dan wel de gesp of een cijfer afzonderlijk toekennen mits wordt voldaan aan de overige in dat artikel gestelde eisen.

Artikel 8

 Bij de uitreiking van de herinneringsmedaille, eventueel met gesp, dan wel de gesp of een cijfer afzonderlijk ontvangt de begiftigde een op naam gestelde oorkonde.

Artikel 9

  De kosten van de medaille met lint, eventueel met gesp, en van de gesp of een cijfer afzonderlijk komen ten laste van het Rijk.

Artikel 10

 De Koninklijke besluiten van 30 juli 1982 (Stb.511) en van 23 december 1987 (Stb.657) worden ingetrokken.

Artikel 11

 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

 Onze Ministers van Defensie en van Binnenlandse Zaken zijn, ieder voor zover hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Kanselier der Nederlandse Orden.

's-Gravenhage, 14 november 1990

Beatrix

De Minister van Defensie,
A.L. ter Beek

De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. van den Broek

De Minister van Justitie,
E.M.H. Hirsch Ballin

De Minister van Binnenlandse Zaken
C.I. Dales

Uitgegeven de zesde december 1990

De Minister van Justitie,
E.M.H. Hirsch Ballin