Staatsblad
van het Koninkrijk der Nederlanden
|
G 107 |
Wij Wilhelmina, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Op de gemeenschappelijke voordracht van Onzen Minister-President en van Onze Ministers van Buitenlandsche Zaken, van Justitie, van Binnenlandsche Zaken, van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, van Financiën, van Oorlog, van Marine, van Openbare Werken en Wederopbouw, van Verkeer en Energie, van Handel en Nijverheid, van Scheepvaart, van Landbouw, Visscherij en Voedselvoorziening, van Sociale Zaken en van Overzeesche Gebiedsdeelen d.d. 29 April 1946, No. 1153; Overwegende, dat het wenschelijk is een onderscheiding in te stellen ter erkenning van bijzonderen moed en beleid, aan den dag gelegd bij het verzet tegen de vijanden van de Nederlandsche zaak en voor het behoud van de geestelijke vrijheid; Den Raad van State gehoord, advies van 1 Mei 1946, No. 2; Gezien het nader rapport van Onzen Minister-President en Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken mede namens hun ambtgenooten van 2 Mei 1946, No. 11168; Hebben goedgevonden en verstaan: Artikel 1 Er wordt ingesteld een onderscheiding, genaamd het Verzetskruis. Artikel 2 Het Verzetskruis kan op voorstel Onzen Minister-President door Ons worden toegekend aan hen, die zich in door den vijand overweldigd of vijandelijk gebied bij het verzet tegen den vijand of diens aanhangers bijzonder moedig en beleidvol hebben onderscheiden. Artikel 3 Het Verzetskruis kan ook aan overledenen worden toegekend. Artikel 4 Het in brons uitgevoerde versiersel van het Verzetskruis bestaat uit een vierarmig kruis, rustend op een ster van vlammen en gedekt met een Koninklijken Kroon. Op de voorzijde is in reliëf aangebracht een afbeelding van St.Joris, die den draak verslaat, terwijl op de armen van het kruis de woorden 'Trouw tot in den dood' zijn aangebracht. Het versiersel wordt gedragen aan een karmozijnrood zijden lint met twee banen van goudoranje. Artikel 5 In bijzondere gevallen, te Onzer beoordeling, kan op voorstel van Onzen Minister-President, het Verzetskruis worden ontnomen aan hen, die zich deze onderscheiding niet waardig hebben betoond. Artikel 6 Dit besluit treedt in werking met ingang van den dag zijner opneming in het Staatsblad. Onze Minister-President en Onze Minister, Hoofd van het departement, waaronder de Kanselarij der Nederlandsche Orden ressorteert, zijn ieder voor zooveel hem aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan den Raad van State. Het Loo, den 3den Mei 1946. Wilhelmina De Minister-President De Minister van Buitenlandsche Zaken |