No 10507


EERETEEKENEN. Onderscheiding van het bestaande eereteeken voor aanzienlijke en verdienstelijke Inlanders en Oostersche vreemdelingen in vijf klassen.

BESLUIT.
No. 19  
Buitenzorg, den 4den Januari 1924.  
   Gelet enz.;
   Gelezen enz.;
   Eerstelijk: Krachtens Koninklijke machtiging te bepalen dat sub II van het besluit van 29 Augustus 1893 No. 10, in verband met dat van 16 Januari 1894 No. 31 (Bijblad op het Staatsblad No. 4961) als volgt moet worden gelezen:
  II.   dat bij dit eereteeken vijf klassen worden onderscheiden als:
a.   de groote gouden ster, met een blauw geémailleerd rond in het midden, waarop aan de eene zijde de Leeuw, zooals hij in het Rijkswapen voorkomt, omgeven door een geparelden rand benevens een lauwer- en eikenlooftak, gedekt door een lint met het devies "Je maintiendrai", en aan de tegenzijde met het opschrift "Trouw en verdienste";
b.   de kleine gouden ster, met een blauw geémailleerd rond, waarop aan de eene zijde het Rijkswapen en aan de tegenzijde hetzelfde opschrift als de groote gouden ster;
c.   de groote zilveren ster, behoudens het metaal waarvan zij vervaardigd wordt, geheel gelijk en gelijkvormig aan de groote gouden ster;
d.   de kleine zilveren ster, behoudens het metaal waarvan zij vervaardigd wordt, geheel gelijk en gelijkvormig aan de kleine gouden ster;
e.   de bronzen ster, met een blauw geémailleerd rond waarop het Rijkswapen aan de eene zijde en het opschrift "Trouw en verdienste" aan de tegenzijde.
   Ten tweede: Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 Augustus 1924.
   Afschrift enz.