No. 6201 |
EERETEEKENEN. Toekenning van de zilveren ster voor trouw en verdienste aan desahoofden. |
CIRCULAIRE GOUVERNEMENTS SECRETARIS. |
|
No. 2240. | Buitenzorg, den 27sten Augustus 1909. |
Aangezien de laatste jaren meermalen desahoofden, aan wie met toepassing van den in Bijblad No. 3179 vervatten regel reeds de bronzen ster voor trouw en verdienste was verleend, met inachtneming van de beginselen, neergelegd in de U bekende circulaire van den Directeur van Binnenlandsch Bestuur van 22 Juli 1884 No. 5310, voor toekenning van de zilveren ster voor trouw en verdienste in aanmerking worden gebracht, acht de Gouverneur-Generaal het gewenscht dat voortaan de toekenning van laatstgenoemde onderscheiding aan desahoofden, naar een vaste maatstaf geschiede. Hierdoor zal voorkomen kunnen worden dat, in strijd met eene uniforme toepassing van de bepalingen, aan een desahoofd in het eene gewest wel de zilveren ster wordt toegekend op grond van veeljarigen dienst, in verband met den vereischten ijver, gepaard aan nauwgezette plichtsbetrachting, omdat een dergelijke lange diensttijd als desahoofd in dat gewest een hoogst zeldzaam verschijnsel is, terwijl in andere gewesten die onderscheiding niet wordt verleend omdat aldaar meerdere gevallen van dien aard zijn aan te wijzen. Gelet op de omstandigheid, dat het verleenen van de zilveren ster aan desahoofden hooge uitzondering moet blijven, heeft Zijne Excellentie beslist, dat voortaan als regel zal gelden om - behoudens bijzondere verdiensten of buitengewone omstandigheden - de zilveren ster aan desahoofden slechts dan te verleenen, indien zij een diensttijd hebben van minstens 50 jaren en minstens 10 jaren in het bezit zijn van de bronzen ster. Door UHEdG. te verzoeken bij voorkomende gelegenheden met het vorenstaande rekening te willen houden, heb ik de eer aanb eene van den Landvoogd ontvangen opdracht te voldoen. |
|
De Gouvernements Secretaris, G.J. BISSCHOP. |
|