NO. 2893 | MEDAILLE VOOR BURGERLIJKE VERDIENSTEN. Verlies van het regt tot dragen. |
BESLUIT. |
|
No. 13 | Buitenzorg, 1 Januarij 1875. |
Herlezen de bij het besluit van 24 Augustus 1875, no. 12, verhandelde missive van den Direkteur van Binnelandsch bestuur van 10 Julij te voren, no. 6893; Gelezen de missive van den Minister van Kolonien, van 28 Oktober 1875, lett. A1, no. 15/2200; Is goedgevonden en verstaan: Eerstelijk: Met aanvulling van het besluit van 4 Oktober 1871, no. 36 (1), houdende instelling eener medaille voor burgerlijke verdiensten, toe te kennen aan inlanders van aanzien en verdienstelijke oostersche vreemdelingen, krachtens machtiging des Konings, te bepalen: « dat hij, die tot de doodstraf of tot dwangarbeid in « den ketting is veroordeeld, zoodra het vonnis kracht « van gewijsde heeft bekomen, de hem toegekende me- « daille verbeurt, en dat hij, die tot dwangarbeid buiten « den ketting, ten arbeidstelling aan de openbare werken « of gevangenisstraf is veroordeeld, gedurende het onder- « gaan der straf het regt verliest om het ordeteeken te « dragen » Ten tweede: enz. Afschrift, enz. (*) Bijblad no. 2500. |