Home -> Medailles -> Civiele verenigingen -> Nederlandse Bond voor Onbezoldigde Opsporingsambtenaren en Bewakingspersoneel (N.B.O.B.) |
Voor de Tweede Wereldoorlog was er door de verkokering een scala aan vakbonden (Christelijk, Katholiek, Communistisch en Algemeen) ontstaan. Zo niet anders waar het om vakbonden voor de politie. De oudste van deze bonden, de Algemeene Nederlandsche Politiebond (A.N.P.B.), stond ook open voor werknemers, die niet zo zeer in politiedienst waren, maar ook voor mensen die door de aard van hun werk in lijn met de werkzaamheden van justitie of de politie werkten. Zo konden parkwachters, jachtopzichters, sluiswachters of bewakingspersoneel van bedrijven ook lid worden van de bond.
Bij de bedrijfsbeveiligingsdienst van Philips' Gloeilampenfabrieken in Eindhoven was zo'n tachtig procent van het personeel op persoonlijke titel lid van de A.N.P.B. Dit kon omdat deze bedrijfsbeveiligers waren aangesteld als onbezoldigd opsporingsambtenaren. De bedrijfsbeveiligingsdienst vormde ook de Philips Politie, een bijzonder politiekorps, dat in de jaren 1930 dienst deed in de woonwijken van Eindhoven, waar voornamelijk werknemers van Philips woonden. In deze jaren waren door de recessie veel ontslagen gevallen, ook onder het personeel van Philips, waardoor veel huizen leeg waren komen te staan en een makkelijke prooi waren voor inbrekers en krakers. Omdat het gemeentelijke politiekorps van Nijmegen te weinig capaciteit had, maakten ze dankbaar gebruik van de aanvulling door de Philips Politie. Achter, de leden van dit korps, moesten deze diensten draaien naast hun 9-urige werkdag op de fabrieken zelf en ook in hun vrije weekenden. Aangezien hier geen extra beloning tegenover stond, de roosters regelmatig wisselde, er strafdiensten werden uitgedeeld, etc. ontstond er al snel ongenoegen onder het personeel. Besloten werd zich tot de A.N.P.B. te wenden, waarna er in april 1940 een aparte afdeling Philips Bedrijfspolitie binnen deze bond werd opgericht.
Philips reageerde door alle personeelsleden aan te schrijven dat hun aanstelling als onbezoldigd opsporingsambtenaar zou worden ingetrokken. Dit was echter tegen het zere been van de procureur-generaal van justitie te 's-Hertogenbosch, die de directie van Philips op de vingers tikte en het directiebesluit ongedaan maakte. Het was immers justitie die bepaalt of iemand onbezoldigd opsporingsambtenaar is of niet.
Door de Duitse inval op 10 mei 1940 heeft de afdeling Philips Politie weinig kunnen betekenen. Al snel na de bezetting werden de vakbonden door de Duitse bezetters verboden en veelal ontbonden. De Algemeene Nederlandsche Politiebond fuseerde in 1946 met twee anderen bonden tot de Nederlandse Politiebond. Deze bond was recht van leer en vanaf dan konden alleen nog werknemers in politiedienst lid worden van deze bond.
Oprichting van de N.B.O.B. De Philips Politie moest dus op zoek naar een andere vakbond om zich bij aan te sluiten. Daarvoor richtten zij zich tot bewakingsorganisatie van andere grote bedrijven. Ook daar bleek de behoefte aan een georganiseerd vakverbond groot en in november 1947 vond in Utrecht een verkennende vergadering plaats met vertegenwoordigers van verschillende bedrijven. Daar bleek dat er een grote verscheidenheid was van bonden waar de werknemers op individuele basis lid van waren. Er was geen sprake van een goede vakvertegenwoordiging die opkwam voor de branche. Daarom werd op 10 december 1947 opnieuw een vergadering belegd, waarin werd besloten tot oprichting van een eigen vakbond: de Nederlandse Bedrijfspolitiebond (N.P.B.P.).
In het daaropvolgende jaar werden statuten en huishoudelijke reglementen opgesteld en uiteindelijk toegestuurd naar de minister van Justitie ter goedkeuring. Deze was het echter niet eens met de naam van de bond. In februari 1949 deelde de minister de Bond mede dat de term 'Bedrijfspolitie' goedkeuring van de statuten in de weg stond. Een ambtenaar van het ministerie stelde de naam Nederlandse Bond voor Onbezoldigde Opsporingsambtenaren en Bewakingspersoneel (N.B.O.B.) voor, omdat dit ook duidelijk maakte dat jachtopzichters, parkwachters, bedijfsbeveiligers en andere personen met buitengewone opsporingsbevoegdheid ook lid konden worden. En zo geschiedde...
Een van de grootste verdiensten van de Bond was het opstellen van landelijke exameneisen voor diploma's in de branche. Deze vakexamens werden opgesteld in samenwerking met de Leidse Onderwijs Instelling (L.O.I.) en zouden in 1979 door de thans nog bestaande Stichting Vakexamens voor de Particuliere Beveiliging (S.V.P.B.) worden overgenomen.
De beveilingsbranche maakte een grote sprong voorwaarts. Naast de vele bedrijfsbeveiligingsorganisatie kwam er een groei in particuliere beveiligingsbedrijven, die zich verhuurden voor evenementen of ter aanvulling op de bestaande bedrijfsbeveiligingsorganisaties. De statuten van de N.B.O.B. lieten echter alleen medewerkers van bedrijfsbeveiligings- of bewakingsdiensten toe. Daarom was er een wijziging nodig in de statuten, maar ook in de naam van de Bond. In 1977 werd dan ook besloten de naam van de bond om te dopen in de Unie van Beveiligings- en Bewakingspersoneel (U.B.B.)
Ik heb van de Bond tot op heden geen archief kunnen vinden. Enige zekerheid over het hoe en wanneer van het instellen van het Dienstkruis heb ik dus niet. Wat duidelijk is dat het kruis in hoge mate is geïnspireerd door het Dienstkruis van de A.N.P.B.
Het betreft een 23 millimeter breed kruis met vier armen. Elk der armen is opgebouwd uit twee elkaar overlappende armen. Op de voorzijde komen de armen samen in een rond medaillon met daarop de Nederlandse Leeuw. Tussen elk der armen is aan de medaillon zijde een balletje geplaats en tussen de armen in loopt een lauwerkrans. Op de armen staat: X, XX, of XXX (boven) JAAR (links) TROUWE (rechts) DIENST (onder). De armen op de keerzijde bevatten de letters N (boven) B (links) O (rechts) en B (onder).
Het kruis wordt door middel van een bol en ring gedragen aan een 20 millimeter breed lint in de kleuren oranje en blauw.
Het kruis voor 10 jaar is in brons, het kruis voor 20 jaar in zilver. Gezien de gelijkenis met het A.N.P.B. dienstkruis ga ik er vanuit dat er een kruis is voor 30 jaar en dat deze van verguld zilver is.
In de armen van het zilveren kruis staan twee keurtekens. Het zwaardje met getal 835 is het standaard zilverkeur, dat sinds 1953 in gebruik is. Het tweede keur is helaas te slecht er ingeslagen om te kunnen ontcijferen. De fabrikant is dus tot op heden onbekend.
Hidding, E. (2004). Van NBOB naar SVPB. In: 25 jaar SVPB. Een zilveren jubilaris met een gouden historie 1979-2004. Houten: SVPB, p. 21-30.
Müller, E.H. (2021, juni). Het Dienstkruis van de Nederlandse Bond voor Onbezoldigde Opsporingsambtenaren en Bewakingspersoneel (N.B.O.B.). In: Decorare, 45, p. 16-18.