Home -> Medailles -> Politie -> Onderscheidingen van de Algemeene Nederlandsche Politiebond |
De eerste landelijke Nederlandse politievakvereniging was de Algemeene Nederlandsche Politiebond (de A.N.P.B.) welke werd opgericht op 22 februari 1887. Reeds bij vergadering van 28 augustus 1888 werd bepaald dat een lid van deze bond, dat voor een periode van 10, 20, 30 of 40 jaar aan een politie-instituut verbonden was geweest, een medaille in respectievelijk brons, zilver, verguld zilver of goud zou worden toegekend.
Deze Medaille voor trouwe politiedienst zou een middellijn van 20,3 millimeter krijgen. Op de voorzijde is een haan afgebeeld met een lint waarop het devies "ALTIJD WAAKZAAM" (de haan werd vroeger vaak geassocieerd met de politie in verband met z'n waakzaamheid). Hier onder was een schild afgebeeld met (van boven naar onder) een Romeins cijfer (X, XX of XXX) en "JAAR TROUWE DIENST". De keerzijde vertoont de tekst "ALGEMEENE NEDERLANDSCHE POLITIEBOND" geflankeerd door twee zespuntige sterren.
Onder de ontvangers bevonden zich burgemeesters, veldwachters, leden van de diverse stedelijke politiekorpsen, van de Rijksveldwacht, van het Korps Politietroepen, van de (Koninklijke) Marechaussee, van de politie der Staatsmijnen, van de boswacht, van geprivatiseerde beveiligingsorganisaties en van de koloniale politiekorpsen.
Mocht zo'n ontvanger, terwijl nog steeds in politiedienst, zijn lidmaatschap van de bond opzeggen dan diende de medaille aan de bond geretourneerd te worden. In geval van overlijden rustte deze taak op de erven.
Het lint van de medaille was voor alle graden gelijk, namelijk een 16 millimeter breed lint, verdeeld in vijf gelijke banen van geel, rood, wit, blauw en geel. Het boek van Begeer spreekt van oranje in plaats van geel.
Kennelijk was men niet tevreden met de medaille want bij vergadering van 21 augustus 1913 werd bepaald dat deze vervangen zou worden door een kruis. Dit Kruis voor trouwe politiedienst zou een vierarmig kruis worden, 23 millimeter in breedte, met de punten van de armen versierd. In het midden van het kruis is een medaillon geplaatst met het Rijkswapen. Op de armen staan een Romeins cijfer (X, XX of XXX) en de tekst "JAAR TROUWE POLITIEDIENST". Tussen de armen is een cirkelvormige krans van oranjeblaadjes welke los staat van het centrale medaillon.
Op de keerzijde staat de tekst "ALG.NED.POL.BOND".
Het kruis werd, net als de medaille, toegekend in brons, zilver en verguld zilver. Ook bij het kruis wordt melding gemaakt van retourneren na beëindiging van het lidmaatschap of na overlijden. Het lint van het kruis was in eerste instantie voor alle drie de graden gelijk: een smalle baan rood, een brede baan wit een smalle baan blauw geflankeerd aan beide zijden door een brede baan geel. Op 21 februari 1931 maakte het bondsbestuur echter bekend een wijziging in het lint te hebben gemaakt: vanaf die datum hebben de linten van het zilveren en het verguld zilveren dienstkruis een 1 millimeter brede rand van respectievelijk zilver- of gouddraad.
Van het kruis zijn miniaturen bekend met een breedte van 16 millimeter, hangend aan een eveneens 16 millimeter breed lint.
Voor zowel de medaille als het kruis gold dat aankondigingen van uitreikingen werden gedaan in "De Nederlandsche Politie", het orgaan van de A.N.P.B. Aan de uitreikingen van deze trouwe dienstonderscheidingen kwam een einde toen de A.N.P.B. in 1946 opging in de Nederlandse Politiebond (de N.P.B.). Mogelijk zelfs dat de uitreikingen reeds tijdens de Tweede Wereldoorlog ophielden. Dit is echter niet meer aan te tonen, daar de archieven der A.N.P.B. verloren zijn gegaan en "De Nederlandsche Politie in de oorlog niet is uitgekomen.
De onderscheidingen werden uitgereikt samen met een genummerd certificaat. Des te jammer dat de archieven van de A.N.P.B. verloren zijn gegaan; er is nu niet meer te achterhalen hoeveel onderscheidingen er verleend zijn.
Van de A.N.P.B. is overigens ook een ronde penning bekend, 12 millimeter in middellijn, met op het opschrift "LID". Op de keerzijde staat "ALG.NED.POL.BOND". Deze penning was uitgevoerd in zilver en werd gedragen aan een rood/wit/blauw lint ter breedte van 10 millimeter. De penning wordt ook wel gevonden aan een lint, ter breedte 13 millimeter, in de kleuren geel/rood/wit/blauw/wit. Zoals duidelijk moge zijn was dit niets meer dan een uiterlijk draagteken om aan te tonen dat men lid was van de A.N.P.B.; een zogenaamde Lidmaatschapspenning. Men vindt de penning overigens alleen maar in combinatie met de Medaille voor trouwe dienst, dus er wordt aangenomen dat ze van voor 1913 zijn.
"Voor trouwe plichtsbetrachting - onderscheidingen van de Nederlandse Politie", E.H. Müller, Blokker, 2004