Home -> Medailles -> Ridderlijke Orden -> De Associatie Nederland van de Souvereine Militaire Hospitaal Orde van St. Jan van Jeruzalem en van Malta |
De Souvereine Militaire Hospitaal Orde van St. Jan van Jeruzalem en van Malta (kortweg de Orde van Malta of Maltezer Orde), heeft haar ontstaan in de 13e eeuw na Christus. Ook in Nederland was men al vroeg actief en de Orde verwierf diverse bezittingen. De Nederlandse Sint Jans Balije (ook wel de Balije Utrecht genoemd) was een onderdeel van het Prioraat Heitersheim (Duitsland) en had hier verschillende commanderijen opgericht (Nijmegen, Arnhem, Haarlem, Oudewater, De Waard, Montfoort, Harmelen, Buren, Harderwijk, ’s-Heerenloo, Ingen, Middelburg, Wemeldingen, Kerkwerve en Sneek). Na de afzwering van Philips II in 1581 (de zogenaamde Reformatie) werden de goederen van de Orde in Nederland verbeurd verklaard. Lange tijd heeft de Orde tegen deze inbeslagname gestreden. Het heeft echter niet mogen baten. Pas in 1910 werden de betrekkingen tussen de Nederlandse staat en de Orde hersteld. Er werden pogingen gedaan de Nederlandse Balije te herstellen.
De Associatie Nederland werd op 20 januari 1911 bij besluit van Grootmeester Galeazoo von Thun und Hogenstein opgericht. Eerste baljuw werd J.J.G. baron van Voorst tot Voorst, op dat moment voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Associatie stelt zich ten doel "de beoefening van christelijke liefdadigheid, met name door het verplegen van zieken en gewonden, zowel in tijd van vrede als in tijd van oorlog, benevens het in het leven roepen binnen het koninkrijk en de Nederlandse Koloniën van ziekenhuizen en soortgelijke inrichtingen." (artikel I van de statuten van 1911).
Bij Koninklijk besluit nummer 31 van 27 maart 1912 werd de Maltezer Orde door de regering, gelet op de Conventie van Genève, erkend en gemachtigd om in tijd van oorlog hulp te verlenen aan gewonden en zieken behorende tot de legers der oorlogvoerende mogendheden. Hiermee werd zij dus gelijk het Nederlandse Rode Kruis en de Orde van Sint Jan, erkend als hulpverleningsorganisatie.
Verdere erkenning kwam bij Koninklijk besluit nummer 63 van 7 augustus 1914 waarbij de rang van majoor rang verleend werd aan Maltezer ridders en hun werd toegestaan om majoors-distinctieven te dragen op hun in 1915 vastgestelde velduniform.
Het Kapittel van de Associatie Nederland bestaat uit een Baljuw (voorzitter), een Coadjutor, een Werkmeester, een Schatmeester, een Kanselier, een Eerste Kapittelridder en een Tweede Kapittelridder. De benoeming van deze functionarissen geschiedt door de Vorst Grootmeester te Rome en vinden plaats op de jaarlijkse Ridderdag te Utrecht.
De Kanselarij van de Associatie Nederland is sinds 1918 gevestigd in het Maltezer Huis aan de Nieuwegracht 14 te Utrecht.
Grootkruis van Eer en Devotie van de Nederlandse Associatie van de Orde van Malta
Het is onduidelijk hoe deze versierselen er uit hebben gezien. Tussen 1911 en 1970 werd het Grootkruis 15 maal verleend. De ontvangers waren:
1911 | J.J.G. baron van Voorst tot Voorst |
1911 | Koningin Wilhelmina |
1911 | Prins Hendrik, Hertog van Mecklenburg |
1931 | Mr. E.O.J.M. baron van Hövell van Wezeveld en Westerflier |
1936 | L.F.J.M. baron van Voorst tot Voorst |
1943 | Z.T.J.F. baron van Dorth tot Medler |
1946 | Z.E. kardinaal dr. J. de Jong |
1949 | Koningin Juliana |
1949 | Prins Bernhard |
1952 | Mr. E.H.J. baron van Voorst tot Voorst |
1952 | Ir. J.B.G.M. ridder de van der Schueren |
1953 | Mr. E.L.M.H. baron Speyart van Woerden |
1960 | Z.E. kardinaal dr. B. Alfrink |
1960 | Prinses Beatrix |
1970 | Mr. E.T.M. baron van Voorst tot Voorst |
Ridder of Dame van Eer en Devotie
Het basisversiersel van de Maltezer Orde bestaat uit een wit geëmailleerd vierarmig kruis met ingekeepte armen. Het is het zogenaamde Maltezer Kruis. De acht punten aan het kruis staan symbool voor de acht zaligsprekingen uit Matteus 5:3-10.
Ridders of Dames van Eer en Devotie dragen een gouden Maltezer Kruis met tussen de armen gouden lelies. Het versiersel hangt aan een trofee, bestaande uit een kuras, krijgshelm met kam, gekruiste banieren en gekruiste zwaarden.
Voor gewone Ridders of Dames van Eer en Devotie bevindt zich tussen de trofee en het Malterzer Kruis een gouden kroon. Ridders of Dames van Eer en Devotie in obediëntie dragen het kruis echter zonder kroon.
Het versiersel wordt aan een zwart zijden lint om de nek gedragen.
Het draagteken voor op de burgerkleding bestaat uit een zwarte rozet, waarop een miniatuurvariant van het versiersel, minus de trofee gedragen wordt. Voor gewone Ridders of Dames van Eer en Devotie bevat het miniatuurkruis een gouden kroon, voor Ridders of Dames van Eer en Devotie in obediëntie wordt deze kroon weggelaten.
De baton voor op het uniform is zwart en voorzien van de hierboven beschreven miniatuurversierselen.
Ridder of Dame van Gratie en Devotie
Ridders of Dames van Gratie en Devotie dragen een gouden Maltezer Kruis met tussen de armen gouden lelies. Het versiersel hangt aan een trofee, bestaande uit een rood geëmailleerd wapenschild, waarop een wit balkenkruis. Daarboven een krijgshelm met kam en gekruiste zwaarden.
Voor gewone Ridders of Dames van Gratie en Devotie bevindt zich tussen de trofee en het Maltezer Kruis een gouden kroon. Ridders of Dames van Gratie en Devotie in obediëntie dragen het kruis echter zonder kroon.
Het versiersel wordt aan een zwart zijden lint om de nek gedragen.
Het draagteken voor op de burgerkleding bestaat uit een zwarte rozet, waarop een miniatuurvariant van het versiersel, minus de trofee gedragen wordt. De lelies tussen de armen zijn echter zilverkleurig. Voor gewone Ridders of Dames van Gratie en Devotie bevat het miniatuurkruis een gouden kroon, voor Ridders of Dames van Gratie en Devotie in obediëntie wordt deze kroon weggelaten.
De baton voor op het uniform is zwart en voorzien van de hierboven beschreven miniatuurversierselen.
Ridder of Dame van Magistrale gratie
Ridders of Dames van Magistrale gratie dragen een gouden Maltezer Kruis met tussen de armen gouden lelies. Het versiersel hangt aan een trofee, bestaande uit een rood geëmailleerd wapenschild, met daarachter een strik, waarvan de beide lussen aan weerszijden van het schild uitsteken.
Voor gewone Ridders of Dames van Magistrale gratie bevindt zich tussen de trofee en het Maltezer Kruis een gouden kroon. Ridders of Dames van Magistrale gratie in obediëntie dragen het kruis echter zonder kroon.
Het versiersel wordt aan een zwart zijden lint om de nek gedragen.
Het draagteken voor op de burgerkleding bestaat uit een zwarte rozet, waarop een miniatuurvariant van het versiersel, minus de trofee gedragen wordt en zonder de lelies tussen de armen. Voor gewone Ridders of Dames van Magistrale gratie bevat het miniatuurkruis een gouden kroon, voor Ridders of Dames van Magistrale gratie in obediëntie wordt deze kroon weggelaten.
De baton voor op het uniform is zwart en voorzien van de hierboven beschreven miniatuurversierselen.
De Orde van Malta kent een Orde van Verdienste, welke door de Vorst Grootmeester in Rome wordt verleend. Deze beslaat meerdere graden en heeft tevens eremedailles in goud, zilver en brons. Daar het hier om een internationale onderscheiding gaat, die niet specifiek door de Associatie Nederland verleend kan worden, laat ik het hier bij deze beschrijving.
Deze werd ingesteld door het kapittel in 2002.
De speld bestaat uit een ronde schijf van ongeveer 20 millimeter. In het midden van deze rond schijf is een rood geëmailleerd medaillon met in wit emaille het Maltezer Kruis. Om dit medaillon bevindt zich een wit gëemailleerde band, waarop in goudkleurige letters te lezen is: "* ORDE VAN MALTA , AFD NED * BENE MERENTI".
Achter de speld bevindt zich een wit lint, met aan weerszijden een smalle rode baan. Dit is gelijk het lint van de Orde Pro Merito Melitensi.
De Speld van Verdienste wordt ook als baton gedragen. Hierbij wordt de speld in zijn originele grootte (dus 20 millimeter) op een baton van het eerder beschreven lint gedragen. De speld steekt daarbij boven en onder de baton uit.
www.maltezerorde.nl
Jongedijk, J.W. (1965). Ridderlijke Orden in Nederand. Zaltbommel: Europese Bibliotheek.
Meijer, H.G., C.P. Mulder & B.W. Wagenaar (1984). Orders and Decorations of the Netherlands. Venray: eigen uitgave, p. 43.