Home -> Medailles -> Ridderorden -> Orde van de Eikenkroon |
Toen er in 1840 een parlementaire controle ingevoerd werd op het verlenen van onderscheidingen had de koning een middel nodig om deze te omzeilen. Sinds 1815 was de koning van Nederland tevens groothertog van Luxemberg en bij Koninklijk besluit van 29 december 1841 stichtte Koning Willem II de Orde van de Eikenkroon. In principe als Luxemburgse orde, maar aangezien hij door de koning verleend werd als algemene orde van verdienste en voor het grootste deel is uitgereikt aan Nederlandse onderdanen wil ik hem hier toch opnemen.
Bij het overlijden van Willem III op 23 november 1890 kon de titel van groothertog, volgens de Luxemburgsche grondwet, niet overgaan naar een vrouw en kwam de titel terug bij de tak Nassau-Weilburg. Hiermee verviel het Nederlandse recht op de Orde van de Eikenkroon. Al snel werd het gemis erg duidelijk en bij Wet van 4 april 1892 werd de Orde van Oranje-Nassau ingesteld.
Het versiersel van de Orde van de Eikenkroon is een vierarmig gouden kruis, de armen wit geëmailleerd. In het midden een gouden medaillon, groen geëmailleerd, met een gestilleerde, gekroonde "W". Voor- en keerzijde zijn identiek.
Het lint is verdeeld in vijf gelijke banen: groen, oranje, groen, oranje, groen. Oorspronkelijk had dit oranje met drie smalle groenen strepen moeten zijn (er is een schilderij van Koning Willem II bekend met het correcte lint!). Na de "Nederlandse" periode is dit door groothertog Adolf van Nassau-Weilburg hersteld.
De versierselen voor de diverse graden kunnen als volgt worden omschreven:
Grootkruis
Het versiersel der orde aan een sjerp. Daarnaast een borstster (plaque) bestaande uit een ster van 72 stralen met in het midden een door een groen geëmailleerde lauwerkrans omgeven medaillon. Het medaillon bestaat uit twee delen: een rood geëmailleerde band met in goud het opschrift "JE MAINTIENDRAI" en daarbinnen een groen geëmailleerd veld met daarin een gestilleerde, gekroonde "W" uitgevoerd in goud en rood emaille.
Oorspronkelijk was de plaque gelijk aan die van grootofficier (commandeur met de ster), maar bij besluit van 5 februari 1858 werd de huidige ster ingesteld.
Commandeur met de Ster / Grootofficier
Deze draagt het versiersel van de orde aan een neklint. Daarnaast een borstster (plaque) bestaande uit een zilverkleurig Maltezer kruis, waaroverheen een door een groen geëmailleerde lauwerkrans omgeven medaillon. Het medaillon bestaat uit twee delen: een rood geëmailleerde band met in goud het opschrift "JE MAINTIENDRAI" en daarbinnen een groen geëmailleerd veld met daarin een gestilleerde, gekroonde "W" uitgevoerd in goud en rood emaille.
Bij besluit van 5 februari 1858 werd de term commandeur met de ster veranderd in grootofficier.
Commandeur
Deze dragen het versiersel van de orde aan een neklint.
Officier
Deze dragen het versiersel van de orde aan een lint met roset op de linkerborst. Tussen de armen van het kruis is een gouden lauwerkrans aangebracht.
De graad van officier werd ingesteld bij Koninklijk besluit van 5 februari 1858.
Ridder
Deze dragen het versiersel van de orde aan een lint op de linkerborst.
Eremedailles
De eremedailles werden ingesteld bij Koninklijk besluit van 5 februari 1858. Het is een achthoekige medaille met aan de voorzijde in reliëf het versiersel van de orde. De keerzijde is vlak met een eikenkrans in reliëf en een opstaande rand.
De eremedaille werd gegeven in goud, zilver en brons
Bax, dr. W.F., Biemans, R. & Boutier, H. (2021). De geïllustreerde Bax. Ridderorden, eretekens, draagtekens en penningen (1813-1945). A Algemene draagtekens en penningen. Wageningen: Zonder uitgever, p. 68-69.
Hengel, G.H. van (1853). De Nederlandsche Ridderorden en Onderscheidingen of Eereteekenen. Velp: G.H. van Hengel Jr., p. 54-57.
Meijer, H.G., C.P. Mulder & B.W. Wagenaar (1984). Orders and Decorations of the Netherlands. Venray: eigen uitgave, p. 31-32.
Mulder, C.P. & P.A. Christiaans (1999). Onderscheidingen van de Koning-Groothertog. De Orde van de Eikenkroon 1841-1891. 's-Gravenhage: Kanselarij der Nederlandse Orden.