Home -> Medailles -> Gemeentelijke onderscheidingen -> Onderscheidingen van de Gemeente Enkhuizen

Gemeente Enkhuizen

Legpenning

Deze penning werd op 25 oktober 1935 ingesteld als 'medaille der gemeente Enkhuizen'. De medaille werd toegekend aan personen die zich op enigerlei wijze jegens de gemeente bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt. Ze werd toegekend in goud,verguld zilver of zilver.
In 1973 werden de reglementen gewijzigd en vanaf dat moment werd de legpenning alleen nog maar in goud uitgereikt. Uit een inventarisatie uit 1979 blijkt echter dat de penning in brons beschikbaar werd gesteld voor plaatselijke wedstrijden en tentoonstellingen.

In 2002 werden de criteria weer gewijzigd. De volgende regels gelden:

De penning wordt altijd door de Burgemeester persoonlijk uitgereikt. De gedecoreerde wordt in een register ingeschreven.

De legpenning is een ronde penning met een middellijn van 50 millimeter (de gouden legpenning uit 1974 had een middellijn van 20 millimeter). De voorzijde vertoont het gemeentewapen van Enkhuizen (een staande vrouw, welke aan een lint een wapenschild draagt met daarop drie gekroonde haringen, van elkaar gescheiden door middel van een zespuntige ster) binnen het randschrift "GEMEENTE" (boven) en "ENKHUIZEN (onder). De keerzijde is glad en toont het randschrift "CANDIDA ET CONSTANTER". Daaronder is plaats voor een inscriptie.

De penning is geslagen bij Koninklijke Begeer.


Vrijwilligersspeld

De Vrijwilligersspeld bestaat uit drie gestyleerde haringen, ieder voorzien van een kroon. De speld is er in herenuitvoering (dasspeld) en in damesuitvoering (steekspeld/broche).

De zilveren speld wordt toegekend voor bijzondere persoonlijke verdiensten jegens de stad en alleen aan een persoon die zich verdienstelijk heeft gemaakt op maatschappelijk-, economisch- of bestuurlijk gebied voor belangengroeperingen.

De gouden speld wordt toegekend voor bijzondere persoonlijke verdiensten jegens de stad en alleen aan een persoon die zich langdurig op breed terrein actief heeft ingezet.


Enkhuiser Belooningspenning voor Menschlievendheid

Op 15 juni 1815 vond in Enkhuizen een noodlottig ongeval plaats. Bij het uitvaren van de haringvloot stortte een brug in waarop ongeveer 20 toeschouwers stonden. Hierbij kwamen drie mensen om het leven. De gebeurtenis was er een van landelijk nieuws. In de Nederlandsche Staatscourant (nummer 143, 19 juni 1815, p. 4) werd het volgende gepubliceerd:
  Enkhuizen, den 15 Junij.
Den dag van heden, zagen wij, voor deze stad, als eenen dag van hartelijke vreugde, reikhalzende te gemoet. Sedert den jare 1802, waren wij door de tijden van overheersching ten eenemaal verstoken van eene der beste bronnen van welvaart; de belangrijke tak der groote visscherij begon hier te herleven. Deze stad mogt het genoegen smaken, dat een gedeelte onzer gegoede ingezetenen, met den besten wil, ja zelfs met geestrift bezield, zich volvaardig genegen toonden, om dezelve wederom uit haren vervallen staat als het waren op te beuren. De uitrusting en het afzeilen van eenige haringsche pen, zoo van deze stad als van de Rijp (bij welke gelegenheid de vlaggen, zoo van het Stadhuis als van de Westerpoort, van de zijde der stedelijke regering als een blijk van ware deelneming wapperde) bragt te weeg, dat eene aanzienelijke menigte menschen zoo van binnen als van buiten de stad waren zamengevloeid, om van deze zoo aangename als belangrijke gebeurtenis aanschouwers en deelgenooten te zijn. Dan helaas, een noodlottig ongeval stoorde, in den namiddag, deze onze regtmatige vreugde (de brug, waar de buizen doorhaalden, was aan de eene zijde opgehaald): eenige menigte menschen hadden zich verzameld op de liggende val; deze bezweek onder de zwaarte, welke dezelve drukte, en door het breken der ijzeren bout, waaraan de ketting der wip was vastgeklonken, kantelde de voornoemde val, waardoor zestien a twintig menschen in het water ter neder ploften. Door de dadelijke toegebragte hulp onzer burgerij en de onvermoeide pogingen der geneesheeren, zijn de meeste menschen gered geworden. Wij betreuren inmiddels den door van drie ongelukkigen, welke slagtoffers van dit noodlottig ongeval geworden zijn.
 

Aan de redders die de in het water geraakte mensen weer aan de wal haalden werd door het stadsbestuur een penning toegekend.

Het is een verguld zilveren penning. Op de voorzijde is een krans van eikenloof met het omschrift "ERKENTENIS AAN MENSCHLIEVENDHEID" afgebeeld. De keerzijde vertoont de tekst "ENKHUISEN / 15 JUNIJ / 1815".

De penning werd toegekend met een bewijs van erkentenis en een gedicht door J. de Jongh.


Literatuur

"Koninklijke Begeer, ateliers voor edelsmeed- en penningkunst - Deel VI: Penningen geslagen of gegoten in de jaren 1960-1975", 3931
www.enkhuizen.nl