Home -> Medailles -> Trouwe dienst -> Onderscheidingsteken voor eervolle langdurige Nederlandse effectieve dienst als officier

Onderscheidingsteken voor eervolle langdurige Nederlandse effectieve dienst als officier

Deze onderscheiding is beter bekend onder de naam Officierskruis. Het werd ingesteld bij Koninklijk besluit no. 46 van 19 november 1844 als beloning voor eervolle langdurige Nederlandse effectieve dienst als offcier, of daarmee gelijkgestelde, behorende tot het Nederlandse leger.
Het wordt uitgereikt op 6 december (de geboortedag van Koning Willem II) aan officieren met een aantoonbare diensttijd als officier van minimaal 15 jaar. Elke daarop volgende vijf jaar wordt aan de officier een machtiging verleend om het jaarcijfer op eigen kosten te vervangen voor het toepasselijke nieuwe cijfer. Bij K.B.'s no. 48 van 19 november 1844 en no. 64 van 28 december 1844 (Gouvernementsbesluit no. 26 van 11 januari 1846) werd het kruis ook toegekend aan officieren van respectievelijk de zeemacht en het Nederlands Indische Leger. De diensttijd werd gerekend vanaf 6 december 1813.

Aangezien het uitreiken van het Officierskruis of de machtigingen meestal gepaard gaan met het nuttigen van een glaasje jenever in de officierskantine, wordt het kruis ook wel het Jeneverkruis genoemd.

Gesp 'XXXV'In eerste instantie had het onderscheidingsteken de vorm van een gesp. Deze gesp bestond uit een Romeins cijfer (welke het aantal dienstjaren aangaf), binnen een krans van olijf- en eikenloof, zich slingerende om, en zich verheffende boven twee kruiselings liggende zwaarden. De gesp was vastgehecht aan een oranje, wit en blauw gestreept zijden lint en diende onder de overige decoraties op de linkerborst gedragen te worden.

Officierskruis 'XX'Blijkbaar was men niet tevreden met het ontwerp, want bij Koninklijk besluit no. 33 van 30 december 1866 (Staatsblad no. 244) werd de gesp vervangen door een aan een lint hangend kruis, 28 millimeter breed en 30 millimeter hoog, met in het midden een verkleinde versie van de gesp (13 millimeter hoog en 17 millimeter breed).

Naar het batonsoverzicht

Het lint, 27, 33 of 37 millimeter in breedte, is opgedeeld in drie gelijke banen: oranje, wit en blauw. Sinds 1951 wordt op de baton van het Officierskruis het toepasselijke Romeinse cijfer gedragen.

Naar het batonsoverzichtNaar het batonsoverzichtNaar het batonsoverzichtNaar het batonsoverzichtNaar het batonsoverzichtNaar het batonsoverzicht

Bij Koninklijk besluit no. 5 van 2 december 1913 werd het kruis ook opengesteld voor de reserve-officieren van het Nederlandse leger. Het duurde echter nog tot 1928 voordat reserve-officieren van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger ook in aanmerking kwamen voor het Officierskruis (Koninklijk besluit no. 72 van 27 augustus 1928 en Gouvernementsbesluit no. 15 van 15 oktober 1928).

De Officierskruizen werden vervaardigd bij diverse fabricanten. Een bekende fabricant omstreeks 1866 was de firma "Pdr. Meijer te 's-Hage". Tegenwoordige Officierskruizen worden vervaardigd bij de firma J.M.J. van Wielik te 's-Gravenhage.

Onderscheidingsteken voor langdurige dienst als officier der Koninklijke Marine Reserve

Bij Koninklijk besluit werd in 1896 een speciale versie van het Officierskruis ingesteld, speciaal voor officieren van de Koninklijke Marine Reserve.

Dit kruis was gelijk in vorm als het gewone kruis, doch met een zilveren, in plaats van vergulde, gesp.

Naar het batonsoverzicht

Ook het lint van dit kruis was anders: het was namelijk geheel oranje.

Sedert 1928 krijgen de officieren van de Koninklijke Marine Reserve het gewone Officierskruis uitgereikt.

Onderscheidingsteken voor langdurige dienst als officier der Marine Stoomvaartdienst

Bij Koninklijk besluit no. 40 van 10 maart 1905 werd tevens een apart kruis ingesteld voor officieren van de Marine Stoomvaartdienst. Wederom is de vorm gelijk aan bovengaande, doch bij deze versie zijn zowel het kruis als de gesp geheel van zilver.

Naar het batonsoverzicht

Het lint is 33 millimeter breed en heeft in vijf gelijke banen de kleuren blauw, wit, oranje, wit en blauw.

Het kruis is in onbruik geraakt toen de Marine Stoomvaartdienst op 1 januari 1949 opging in de Koninklijke Marine.


Literatuur

Leger Orders 1935 No. 17
Leger Orders 1913 No. 28
"Besluit tot wijziging van de bepaling betreffende het dragen van ridderorden en eereteekenen", Leger Orders 1913, afd. VI, nr. 38
R.M. 1867 No. 96p
R.M. 1844 No. 21b
R.M. 1844 No. 20b

Artillac Brill, P.J. d', Sr. (1951). Beknopte geschiedenis der Nederlandse ridderorden. 's-Gravenhage: Martinus Nijhoff.
Bax, dr. W.F. (1951). De Nederlandse ridderorden en onderscheidingen. Rotterdam/?s-Gravenhage: Nijgh & Van Ditmar N.V., p. 37.
Bax, dr. W.F. (1973, integrale herdruk). Ridderorden, eereteekenen, draagteekens en penningen, betreffende de Weermacht van Nederland en Koloniлn (1813-heden). Maastricht, A.G. van der Dussen B.V.
Bax, dr. W.F., Biemans, R. & Boutier, H. (2021). De geïllustreerde Bax. Ridderorden, eretekens, draagtekens en penningen (1813-1945). A Algemene draagtekens en penningen. Wageningen: Zonder uitgever, p. 140-144.
Bruijn, drs. P.J.M. de (1981). Het Officierskruis voor lotsverbetering en ter aanmoediging ingesteld in 1844. ?s-Gravenhage: Sectie Militaire Geschiedenis Landmachtstaf.
Hengel, G.H. van (1853). De Nederlandsche Ridderorden en Onderscheidingen of Eereteekenen. Velp: G.H. van Hengel Jr., p. 58-66.
Meijer, H.G., C.P. Mulder & B.W. Wagenaar (1984). Orders and Decorations of the Netherlands. Venray: eigen uitgave, p. 112.
Zonder auteur (1990, januari). Officierskruis nog altijd populair. In: Legerkoerier, 40 (1), p. 6-8.