Home -> Medailles -> Reddingmedailles -> Medaille van Koningin-Moeder Emma voor redding van schipbreukelingen

De Medaille van Koningin-Moeder Emma voor redding van schipbreukelingen

Op 16 januari 1904 werd door het bestuur van de Nederlandse afdeling van de "Nederlandsch-Belgische Vereeniging der Vrienden van de Medaille als Kunstwerk" aan Koning-Moeder Emma een voorstel ingediend om een penning te doen slaan ter herdenking van het feit dat het 25 jaar geleden was, dat H.M. naar Nederland kwam. Dit idee stond H.M. aan. Zij moet hierbij meteen aan de mogelijkheid van een bijzondere onderscheiding hebben gedacht.
Al op 26 maart d.a.v. werd namelijk door de Particulier Secretaris, tevens Grootmeester van H.M., Jhr. S.M.S. de Ranitz, een brief aan de Zuid-Hollandsche Maatschappij tot redding van Schipbreukelingen en aan de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij gericht. Deze brief luidt als volgt:
"Ondergeteekende veroorloofd zich de voorlichting van [maatschappij] te vragen in de volgende aangelegenheid.
Hare Majesteit de Koningin-Moeder neemt in overweging nu en dan, hetzij b.v. jaarlijks, om de twee jaar of bij bizondere gelegenheden, eene belooning te geven - in den vorm van een gouden of zilveren medaille - voor een uitstekende daad bij het redden van schipbreukelingen, en zoude gaarne weten op welke wijze dit voornemen op de beste en meest doeltreffende wijze zoude zijn te volvoeren.
Uit den aard van de zaak kan de belooning of het bewijs van erkenning van wege Hare Majesteit slechts zeldzaam zijn, en Hare Majesteit zou het zeer op prijs stellen indien door Uw bestuur door mijn bemiddeling aan Hare Majesteit een voorstel konde worden gedaan op hoedanige wijze het doel van Hare Majesteit ware te bereiken.
"

Op 30 maart d.a.v. antwoordt de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij dat zij zich met de Zuid-Hollandsche Maatschappij in verbinding zullen stellen om over de kwestie te overleggen en zo snel mogelijk terug komen op de brief van De Ranitz.

Vermoedelijk is het resultaat van het overleg mondeling medegedeeld aan De Ranitz. Het Koninklijk Huisarchief heeft in ieder geval geen schrijven hieromtrent in haar registers kunnen terugvinden. Wel is bekend dat De Ranitz op 21 april 1904 de beide reddingsmaatschappijen wederom aanschreef. De tekst van deze brief luidt als volgt:
"Ingevolge de bevelen van Hare Majesteit de Koningin-Moeder heb ik de eer ter kennis te brengen van het Bestuur van [maatschappij] dat Hare Majesteit gaarne aan personen of aan de bemanning van booten, die zich bij de redding van schipbreukelingen bizonder verdienstelijk hebben gemaakt of zich bizonder hebben onderscheiden, eene belooning of bewijs van waardeering zoude toe kennen.
Naar aanleiding daarvan heb ik de eer het Bestuur voornoemd uit te noodigen, aan Hare Majesteit rapport te willen uitbrengen, telkens wanneer naar de meening van het Bestuur, voor het verleenen eener onderscheiding in bovenbedoelden zin aanleiding mocht bestaan.
"

Het is bekend dat de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij op 29 april 1904 de brief van De Ranitz bevestigde:
"Zeer gaarne zal men voldoen aan Uwe uitnoodiging om aan H.M. rapport uit te brengen telkens wanneer zich een bizonder verdienstelijk feit heeft voorgedaan.
Het Bestuur stelt het op prijs dat in verband met H.M. voornemen zijn medewerking is verzocht en veroorlooft zich de vrijheid U te verzoeken aan H.M. zijn dank over te brengen.
"

De medaille
De Medaille van Koningin-Moeder Emma voor redding van schipbreukelingenOp 12 december 1904 wordt door de Nederlandsch-Belgische Vereeniging der Vrienden van de Medaille als Kunstwerk een door de uit Zeist afkomstige J.C. Wienecke ontworpen plaquette aangeboden aan H.M. De beeltenis van deze plaquette vertoont het linksgewende borstbeeld van H.M. met diadeem en sluier. Rechts van het borstbeeld staat in drie regels: "EMMA / KONINGIN / MOEDER". Deze beeltenis zou gebruikt gaan worden voor zowel een door H.M. te vergeven prijspenning als voor de medaille voor redding van schipbreukelingen.

Op 1 augustus 1905 krijgt de heer Wienecke f. 600,- voor het ontwerpen van twee medaillemodellen (een voor- en achterzijde).
De door hem ontworpen keerzijde vertoont een schip in nood, waarvan rechts een vuurtoren en op de voorgrond een vlot met schipbreukelingen. Het geheel is omgeven door een reddingsboei met het omschrift "HELDEN / MOED EN NAASTEN / LIEFDE". Aan de onderrand is in de vorm van een - over de reddingsboei - gespannen zeil een brede afsnede gecre?erd waarop ruimte is voor een inscriptie.

Hoewel de eerste medailles reeds op 3 juli 1905 zijn toegekend, is bekend dat de Koninklijke Utrechtsche Fabriek van Zilverwerken van C.J. Begeer pas in januari 1906 een rekening indiende voor de geleverde stempels en medailles. Het lint, in de kleuren van Waldeck-Pyrmont en voorzien van blauwe lijnen als symbool voor het water, werd vermoedelijk geleverd door de firma J.M.J. van Wielik, welke een rekening hiervoor indiende in december 1905.

Naar het batonoverzicht

Het brevet
Bij de medaille werd een brevet verstrekt. Deze had een standaard indeling:
Bovenaan het wapenschild van H.M., waaronder de tekst:
"Wenschende een bewijs te geven van erkenning van buitengewone daden van MOED en ZELFVERLOOCHENING, bij pogingen tot REDDING VAN SCHIPBREUKELINGEN, heb Ik eene Medaille doen slaan, welke door Mij bij deze wordt verleend aan:"
[naam, functie en woonplaats van de ontvanger]
"naar aanleiding van zijn moedig en menschlievend gedrag"
[citatie]
[dagtekening]
"EMMA"

De toekenningen

In het Koninklijk Huisarchief bevindt zich een dossier, waarin op diverse losse bladen de toekenningen van de medaille zijn bijgehouden. De bladen beschrijven kort de brief of melding waarmee betrokkene(n) zijn voorgedragen, de namen, een korte citatie en in enkele gevallen onder welke dagtekening het brevet is uitgeschreven. Aan de hand hiervan is de volgende reconstructie van toekenningen te maken.

Op voordracht van de Directeuren der Zuid-Hollandsche Maatschappij tot redding van Schipbreukelingen te Rotterdam werden op 17 februari 1905 voorgedragen:

[1] G. Jansen, schipper van de stoomreddingboot van Hoek van Holland, te Hoek van Holland
[2] J. van Mastrigt, 1e machinist van de stoomreddingboot van Hoek van Holland, te Hoek van Holland
[3] M. Visser, 2e machinist van de stoomreddingboot van Hoek van Holland, te Hoek van Holland
[4] A. Boon, matroos behorende tot de bemanning van de stoomreddingboot van Hoek van Holland, te Hoek van Holland
[5] P. de Zeeuw, matroos behorende tot de bemanning van de stoomreddingboot van Hoek van Holland, te Hoek van Holland
[6] P. Hoogenraad, matroos behorende tot de bemanning van de stoomreddingboot van Hoek van Holland, te Hoek van Holland
[7] J. Boel, stoker behorende tot de bemanning van de stoomreddingboot van Hoek van Holland, te Hoek van Holland
[8] B.F. Blokland, stoker behorende tot de bemanning van de stoomreddingboot van Hoek van Holland, te Hoek van Holland
[9] M. van Buren, te Hoek van Holland
[10] H. van Mastrigt, te Hoek van Holland
 
  Citatie: Redding van de bemanning van het Engelsche Stoomschip ,,Castanos" op den 2 Februari 1905.
Dagtekening brevetten: Soestdijk, 3 juli 1905.
Inscriptie van de medaille: Onbekend.

Op 25 oktober 1905 wordt door het Bestuur van de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij te Amsterdam voorgedragen:

[11] Jan Cornelis Kooijman, te Baaiduinen, eiland Terschelling
 
  Citatie: Redding van de bemanning van de Noorsche bark ,,Cyprian" op den 6en October 1905.
Brevet gedagtekend: Obermais-M?ran, 7 november 1905.
Inscriptie van de medaille: Onbekend.

Op 6 maart 1907 komt de volgende voordracht door de Directeuren der Zuid-Hollandsche Maatschappij tot redding van Schipbreukelingen. Hierbij zijn enkele van de namen dezelfde als bij de eerste uitreiking. Deze personen ontvingen daarom niet nog een medaille, maar een gesp met opschrift(waarvan helaas geen exemplaren getraceerd konden worden):

[12] G. Jansen, schipper van de Stoomreddingboot ,,President van Heel" (gesp)
[13] J. van Mastrigt, 1e machinist van de Stoomreddingboot ,,President van Heel" (gesp)
[14] A. Boon, matroos van de Stoomreddingboot ,,President van Heel" (gesp)
[15] P. de Zeeuw, matroos van de Stoomreddingboot ,,President van Heel" (gesp)
[16] P. Hoogenraad, matroos van de Stoomreddingboot ,,President van Heel" (gesp)
[17] J. Boel, matroos van de Stoomreddingboot ,,President van Heel" (gesp)
[18] F. Seekles, matroos van de Stoomreddingboot ,,President van Heel"
[19] C. van der Haven, 2e machinist van de Stoomreddingboot ,,President van Heel"
[20] H. van Mastrigt, matroos dienstdoende op de Stoomreddingboot ,,President van Heel" (gesp)
[21] B.F. van Blokland, stoker van de Stoomreddingboot ,,President van Heel" (gesp)
 
  Citatie: Redding van opvarenden van het Stoomschip ,,Berlin" op 21, 22 en 23 Februari 1907.
Brevetten gedagtekend: 's-Gravenhage, 28 maart 1907.
Inscriptie van de medaille / gesp: "21, 22 en 23 Februari 1907".
 
[22] K. Ree, matroos bij het Loodswezen
[23] T. van Duyn, matroos bij het Loodswezen
[24] J.B. Schoonbeek, matroos bij het Loodswezen
[25] P. Jansen, matroos bij het Loodswezen
 
  Citatie: Redding van opvarenden van het Stoomschip ,,Berlin" op 21 en 22 Februari 1907.
Brevetten gedagtekend: 's-Gravenhage, 28 maart 1907.
Inscriptie van de medaille: "21 en 22 Februari 1907".
 
[26] P. Ruig, matroos bij het Loodswezen
[27] E.P. Braam, matroos bij het Loodswezen
[28] H.J. Sanders, matroos bij het Loodswezen
[29] J.J. de Geus, matroos bij het Loodswezen
[30] J. Steehouwer Azn., matroos bij het Loodswezen
[31] M.A. Regoort, matroos bij het Loodswezen
[32] K.C. de Brauwer, matroos-kok bij het Loodswezen
[33] H. van der Meulen, loodskwekeling der 2e klasse
[34] C. de Gorter, loodskwekeling der 2e klasse
[35] J.W.M. Liebregs, zeeloods
 
  Citatie: Redding van opvarenden van het Stoomschip ,,Berlin" op 22 Februari 1907.
Brevetten gedagtekend: 's-Gravenhage, 28 maart 1907.
Inscriptie van de medaille: "22 Februari 1907".
 
[36] M. Sperling, schipper in dienst van de Bergingsmaatschappij
[37] C. Sperling, matroos in dienst van de Bergingsmaatschappij
[38] L. Sperling, matroos in dienst van de Bergingsmaatschappij
[39] G. Moerkerk, matroos in dienst van de Bergingsmaatschappij
[40] G. Koffeman, matroos van de Sleepboot ,,Wodan"
[41] J. Boudestein, matroos van de Sleepboot ,,Wodan"
[42] G. van Waardenberg, matroos van de Sleepboot ,,Wodan"
 
  Citatie: Redding van opvarenden van het Stoomschip ,,Berlin" op 22 en 23 Februari 1907.
Brevetten gedagtekend: 's-Gravenhage, 28 maart 1907.
Inscriptie van de medaille: "22 en 23 Febr. 1907".

De uitreiking van de medailles, bestemd voor leden van het loodswezen werden op verzoek van H.M. door het Departement van Marine uitgereikt. Hiertoe heeft de inspecteur-generaal, de kapitein ter zee J.W.A.F. van Maren Bentz van den Berg, zich persoonlijk begin april 1907 naar Hoek van Holland begeven.

Bij brief van 8 juni 1908 dragen de Directeuren der Zuid-Hollandsche Maatschappij tot redding van Schipbreukelingen voor:

[43] F.H. Jilleba, kwartiermeester bij het Loodswezen, schipper van de reddingboot ,,Koning Willem III"
[44] Jacob Schroevers, schipper van de hoogaars ,,Vijf Gebroeders"
 
  Citatie: Redding van opvarenden van den Engelschen driemasterschoener ,,Doris op 14 en 15 December 1907".
Brevetten gedagtekend: 's-Gravenhage, 13 januari 1908.
Inscriptie van de medaille: "14 en 15 Dec. 1907".

De volgende voordracht komt van het Hoofdbestuur van de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij. Op 15 januari 1908 dragen zij voor:

[45] Th. Rijkers, bootsman van de reddingboot te Nieuwediep.
 
  Citatie: Redding van de opvarenden van het Zweedsche stoomschip ,,Ninian Paton" op 3 December 1907 en van het Engelsche stoomschip ,,Turbo" op den 7 Januari 1908.
Dagtekening brevet: 's-Gravenhage, 29 januari 1908.
Inscriptie van de medaille: "D. Rijkers / 3 December 1907 / 6 en 7 Januari / 1908".

Op 5 oktober 1908 dragen de Directeuren der Zuid-Hollandsche Maatschappij tot redding van Schipbreukelingen opnieuw iemand voor:

[46] Jacob Don, loodskwekeling der 2e klasse behorende tot het Loodswezen te Goedereede, Maas en Brouwershaven.
[47] Emanuel Frederik Vogelaar, matroos behorende tot het Loodswezen te Goedereede, Maas en Brouwershaven.
 
  Citatie: Redding van opvarenden van de Engelsche sleepboot ,,Sydney" op 31 Augustus 1908.
Dagtekening brevet: Soestdijk, 15 oktober 1908
Inscriptie van de medaille: "31 Augustus 1908"

Ook de volgende aanbeveling kwam van de Directeuren van de Zuid-Hollandsche Maatschappij. Bij brief van 12 februari 1913 dragen zij voor:

[48] M. van den Klooster Mzoon, schipper te Burgsluis
 
  Citatie: Redding van de bemanning van de Belgische visscherschuit P.35 op 31 Januari 1913.
Dagtekening brevet: 's-Gravenhage, onbekend.
Inscriptie medaille: ""31 Januari 1913"

Van de laatst bekende aanbeveling is niet bekend wanneer en door wie hij is ingediend. Het betreft de verlening van de medaille aan:

[49] J.J. Sorber, matroos behorende tot de bemanning van het zeilschip ,,Semper Spera"
 
  Citatie: Redding van de bemanning van het zeilschip ,,Semper Spera", bezet geraakt op de Oostkust van Engeland in den nacht van 19 Maart 1919.
Dagtekening brevet: Onbekend
Inscriptie van de medaille: "J.J. Sorber / 19 Maart 1919."

Op 6 januari 1930 werd aan het bestuur van het Schiedamse Rode Kruis Transportcolonne een nieuwe medaille met lint toegestuurd 'ter vervanging van de verlooren geraakte'. Deze is op 13 januari 1930 door burgemeester H. Stulemeijer van Schiedam aan Sorber uitgereikt.

Samenvattend
De medaille is door Koningin-Moeder Emma zeer spaarzaam verleend en slechts over een korte periode (1904-1919). Waarom de medaille tussen 1919 en de dood van Emma in 1934 niet meer verleend is, valt helaas niet te achterhalen. Wel is duidelijk dat de reddingen die bekroond werden veelal ook met andere onderscheidingen werden bekroond. Een goed voorbeeld is de uitreiking van medailles aan de redders van de Berlin in 1907. Sommige van de redders kregen niet minder dan vijf (!) medailles voor deze actie.
In totaal is de medaille 41 keer toegekend. Acht personen ontvingen daarnaast nog een gesp (2e toekenning) om op het lint van de eerder verkregen medaille te dragen.


Bronnen

Koninklijk Huisarchief te 's-Gravenhage, A47-IX-6 (met dank aan de heer L.J.A. Pennings)
Nationaal Reddingsmuseum Dorus Rijkers (met dank aan de heer drs. H. Kerssies)
Munt- en Penning Organisatie, veilingcatalogus 17 december 2008 (met dank aan de heer C. Meijer)

Bax, dr. W.F., Biemans, R. & Boutier, H. (2021). De geïllustreerde Bax. Ridderorden, eretekens, draagtekens en penningen (1813-1945). A Algemene draagtekens en penningen. Wageningen: Zonder uitgever, p. 120.
Müller, E.H. (2012, december). De Medaille van Koningin-Moeder Emma voor redding van schipbreukelingen. Decorare. 28, p. 3-7.
Zwierzina, W.K.F. (1914). Nederlandsche Penningen 1898-1908. Penningkundige geschiedenis der Regeering van H.M. Koningin Wilhelmina der Nederlanden 1898-1908.Amsterdam: onbekende uitgever, [583/4].
Zwierzina, W.K.F. (1935). Naamloze Vennootschap Koninklijke Nederlandsche Edelmetaal Bedrijven Ateliers voor Edelsmeed- en Penningkunst v/h Koninklijke Utrechtsche Fabriek van Juweelen, Zilverwerken en Penningen van C.J. Begeer. Koninklijke-Begeer. Penningen geslagen of gegoten in de jaren 1880-1935. 's-Gravenhage: N.V. Drukkerij Trio, p. 40 [638].
Digitale Krantenbank KB, laatstelijk geraadpleegd op 25 november 2011